De Nederlandse overheid is al een tijdje bezig met het formuleren van duidelijke regels voor opdrachtgevers en interim, freelance en zzp professionals.
De Nederlandse overheid is al een tijdje bezig met het formuleren van duidelijke regels voor opdrachtgevers en interim, freelance en zzp professionals. Er is nog veel discussie over de Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelatie (VBAR), als opvolger van de Wet DBA (deregulering beoordeling arbeidsrelatie), voor het verminderen van schijnzelfstandigheid. Hoe pakken andere landen binnen en buiten Europa het eigenlijk aan met zzp-regels en schijnzelfstandigheid?
In Nederland zijn we op zoek naar de beste manier van het definiëren van een "zelfstandige" en het ontwikkelen van de juiste wet- en regelgeving hiervoor. Andere landen worstelen ook met dit probleem, maar hebben soms een heel andere aanpak voor de inhuur van interimmers, freelancers en zzp'ers. Een voorbeeld is iedereen als individuele werknemer zien in plaats van een duidelijke distinctie maken tussen werknemers in loondienst en zelfstandige professionals. Zo kan Nederland nog het een en ander leren van de aanpak in het buitenland om de zaken hier op orde te krijgen en eerlijke regels te ontwerpen voor alle werkenden.
Niet alleen de aanpak, maar ook de terminologie is vaak anders in andere landen. Elk land hanteert zijn eigen definities en jargon, wat tot veel internationale discussies en verwarring leidt. Sommige overheden maken bijvoorbeeld een onderscheid tussen verschillende soorten zelfstandigen, waar andere landen één wet voor alle zelfstandig ondernemers hebben. Ook de definitie van een zelfstandige verschilt per land, waardoor de regels eveneens op een andere manier toepasbaar zijn.
Wat hebben andere landen zzp-regels geregeld? Hieronder leggen we de regels uit voor een aantal belangrijke Europese en niet-Europese landen.
België hanteert een aparte wet met specifieke omstandigheden voor arbeidsrelaties tussen opdrachtgevers en zelfstandigen, die parallel bestaat naast beschermende regels voor werknemers in loondienst. De criteria voor zo'n arbeidsrelatie zijn:
In Duitsland worden zelfstandigen in twee categorieën ingedeeld. Er zijn Freiberuflers, oftewel "vrije beroepen" die van oudsher door zelfstandigen beoefend worden, en Gewerbetreibenders, wat alle andere zelfstandig ondernemers zijn. De eerste categorie hoeft geen gemeentelijke bedrijfsbelasting te betalen en de eisen voor de administratie zijn ook simpeler. Wel zijn er strikte regels voor Freiberuflers, zoals bepaalde diploma's en expertise en aangesloten zijn bij een beroepsvereniging. Typische Freiberuflers zijn artsen, architecten en ingenieurs.
Schijnzelfstandigheid is ook in Duitsland een risico en een organisatie mag een Freiberufler alleen inhuren als hij of zij helemaal zelfstandig is. Ook hier zitten criteria aan vast, waaronder de vrijheid om zelf de uitvoering van werkzaamheden te bepalen. Deze criteria lijken op die van Nederland, maar worden strenger gehandhaafd. Er geldt ook een economische norm voor schijnzelfstandigheid, namelijk als een zelfstandige meer dan 83,3 procent van de omzet bij één opdrachtgever verdient.
In Frankrijk wordt het zelfstandig ondernemerschap gestimuleerd door het verlagen van de administratieve lasten en het bieden van een sociaal vangnet voor kleine ondernemers. Dit is speciaal ontworpen voor handelaars en zakelijke dienstverleners en zorgt ervoor dat ze recht hebben op basisvoorzieningen, zoals arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, gezondheidszorg en pensioen. De controle op schijnzelfstandigheid is hier gericht op autonomie, afhankelijkheid en de mate van integratie in een organisatie.
Een "autónomo" is in Spanje een zelfstandige, freelancer of kleine bedrijfseigenaar. De wetgeving hiervoor is vergelijkbaar met Nederlandse regels, waarbij de arbeidsinspectie naar meerdere criteria kijkt om de arbeidsrelatie te bepalen. Een zelfstandige moet bijvoorbeeld investeren in eigen middelen, zelf bepalen hoeveel hij of zij verdient, en vrij zijn om zijn of haar eigen uren en vakantiedagen te bepalen. Er wordt wel hard opgetreden tegen schijnzelfstandigheid, met name bij platformbedrijven. Hiervoor is de Rider Wet ontworpen, die regelt dat platformwerkers werknemer zijn, tenzij een platform aantoont dat dit niet zo is.
In het VK zijn er twee unieke regels. Allereerst is er de worker-status, wat betekent dat iemand onder toezicht en leiding mag werken, maar geen werknemer is. Ze hebben in tegenstelling tot volledige zelfstandigen meer arbeidsrechtelijke beschermingen, zoals een minimumloon en vakantiegeld, en minder fiscale en administratieve verplichtingen. Deze status is geldig voor beroepen die logischerwijs als zelfstandige beoefend worden, zoals acteurs, journalisten, taxichauffeurs en seizoenarbeiders.
Daarnaast is er sinds 2017 de IR35-regeling, wat voorkomt dat werkenden zich via een eigen bv of intermediair laten inhuren om minder belasting te betalen. De opdrachtgever is verantwoordelijk voor het controleren of iemand onder de regeling valt, wat kan door middel van een online tool met vragen. Er wordt streng gecontroleerd op de regeling.
Evenals in Nederland staat controle over de werkzaamheden centraal bij de beoordeling van schijnzelfstandigheid in Canada. Het is ook belangrijk dat iemand zich als ondernemer presenteert en met eigen materialen werkt. Bij de beoordeling van een arbeidsrelatie wordt naar de intentie van de opdrachtgever en werkende gekeken, bijvoorbeeld in een schriftelijke overeenkomst. Dit is wel heel anders dan in Nederland. In Canada zijn er daarnaast specifieke toelichtingen voor "gezag en controle" voor zowel laag- als hooggekwalificeerd werk, en er geldt een minimumtarief voor platformwerkers van 22,88 Canadese dollar.
In de VS zijn de regels voor de inhuur van freelancers erg ingewikkeld, aangezien er landelijke regels zijn, maar ook grote verschillen per staat. De twee belangrijkste wetten zijn die van de Internal Revenue Service (IRS), wat de Amerikaanse belastingdienst is, en het Department of Labor (DOL), een soort arbeidsinspectie. De IRS richt zich op wie belasting moet betalen, waarvoor ze een SS-8-formulier hebben opgesteld, terwijl het DOL kijkt naar de arbeidsrechtelijke regels voor werkenden en of iemand recht heeft op een minimumloon.
Bij Bureau Ad Interim maken we matches tussen opdrachtgevers en interim, freelance en zzp professionals. Meld je dus nu aan en wij helpen je verder.